Hond
Voor de castratie van reuen raden wij aan te wachten tot de hond 9 maanden tot een jaar oud is. Het castreren van reuen is eigenlijk alleen nodig als er een medische reden voor is of als het dier ongewenst gedrag vertoont. Katers mogen vanaf de leeftijd van 6 maanden gecastreerd worden. De beste methode om te voorkomen dat uw teef loops wordt en drachtig kan worden is door chirurgisch haar te laten steriliseren. Bij Dierenkliniek Meursing kan dit zowel op de reguliere methode als laparoscopie. Wij raden aan om de teef 3 maanden na de loopsheid te laten steriliseren. Het onvruchtbaar maken van teven wordt voornamelijk gedaan om te zorgen dat er geen nageslacht meer komt. Daarnaast kun je door vroeg te steriliseren de kans op melkkliertumoren aanzienlijk verkleinen. Oudere teven hebben nogal eens last van baarmoederontstekingen. Vaak is dit probleem niet met medicatie te verhelpen en moet de baarmoeder van de teef operatief verwijderd worden. Indien u uw teef echter later nog voor de fokkerij wilt inzetten is steriliseren geen optie. In dit geval zijn er ook medicamenten die de loopsheid kunnen voorkomen. De loopsheid van de teef kan ook medicamenteus onderdrukt worden. Wij behandelen teven dan met een middel dat de hormoonvorming onderdrukt waardoor de teef 5-6 maanden niet loops wordt. Dit middel wordt d.m.v. een injectie onder de huid toegediend. De eerste injectie wordt gegeven 3 maanden na de loopsheid, dus wanneer de teef niet loops is. De tweede injectie moet 4 maanden na de eerste injectie gegeven worden, de derde injectie moet vervolgens 5 maanden later gegeven worden. Hierna is een halfjaarlijkse injectie voldoende om de loopsheid te onderdrukken. Loopsheidpreventie d.m.v. injecties hebben echter ook nadelen. Zo is er een verhoogd risico op melkkliertumoren, suikerziekte en acromegalie (doorgroeien van de onderkaak). Dieren die drachtig zijn en behandeld worden met middelen voor loopsheidpreventie kunnen problemen krijgen bij de bevalling. Daarom verdient het aanbeveling om teven waarmee niet gefokt wordt te steriliseren. Zelfs als medicatie wel succes heeft zal de ontsteking bij de volgende loopsheid weer terugkomen. En dan lukt het meestal ook niet meer om de ontsteking onder controle te krijgen en moet er toch geopereerd worden.
Kat
Katers die buitenlopen kunnen nu niet meer voor nageslacht zorgen en vaak is er minder territoriumdrift. Als katteneigenaar kunt u zo uw steentje bijdragen om de overbevolking van katten in te dammen en het zwerfkatten probleem aan te pakken. Daarnaast is het voor uw eigen kat natuurlijk wel zo fijn dat hij geen oorlogswonden meer oploopt. De beste methode om te voorkomen dat uw poes krols wordt en drachtig kan worden is door haar te laten steriliseren. Poezen mogen vanaf de leeftijd van 6 maanden gesteriliseerd worden. Er zijn ook medicamenten die een krolsheid kunnen voorkomen. Poezen kunnen net als teven behandeld worden met injecties om de krolsheid te voorkomen. Het schema hiervoor is gelijk aan dat van de teef. Katten die behandeld worden met anti-krolsheid middelen hebben een verhoogd risico op het ontstaan van melkkliertumoren. Bovendien kan dit middel, indien het gegeven wordt tijdens de dracht, voor problemen tijdens de bevalling zorgen. Een andere optie bij de poes is de poezenpil. Dit zijn tabletjes die u 1 keer per week op een vaste dag moet geven. Echter treden dezelfde nadelige bijeffecten op als wanneer er gebruik wordt gemaakt van injecties. Zowel voor de teef als de poes geldt dat toediening van deze hormonen niet wordt aangeraden bij dieren die nog niet volwassen zijn en dus nog nooit loops of krols geweest zijn. Voor dieren waarmee niet gefokt gaat worden is steriliseren altijd de eerste keus ter voorkoming van loops-/krolsheid omdat dit minder nadelige bijeffecten heeft.
Konijn
Rammelaars kunnen op chirurgische wijze gecastreerd worden, waardoor ze geen nageslacht kunnen verwekken. Bij voorkeur voeren we deze operatie uit als het konijn ouder is dan 6 maanden. Voedsters kunnen gesteriliseerd worden, waarbij zowel de eierstokken als de baarmoeder verwijderd wordt. Voedsters ontwikkelen vaak baarmoedertumoren. Dis is dan ook een belangrijke doodsoorzaak bij de voedsters.